In onze maatschappij is de haardos een teken van gezondheid en jeugd. Dit is natuurlijk cultuurgebonden, aangezien het ooit op andere plaatsen in de mode was om je hoofd te scheren… In elk geval is haar het onderwerp van heel wat vragen en gesprekken. En dat terwijl het, zoals bij elk uitgroeisel van de huid, om dode cellen gaat!
Daar is roos: waar komt roos vandaan?
Roos is een veel voorkomende klacht. We moeten een onderscheid maken tussen ‘droge’ roos en ‘vette’ roos. Beide soorten zijn meestal van mycotische oorsprong: pityriasis in het eerste geval, seborroïsch eczeem in het tweede. Ook hier bestaan weer verschillende soorten. Deze pityriasis mogen we bijvoorbeeld niet verwarren met zijn meest bekende neefje, pityriasis versicolor, die verkleuring van de huid veroorzaakt. Wanneer de schimmel de hoofdhuid koloniseert, versnelt hij de afschilfering van de opperhuid. Gevolg: sneeuw op onze schouders.
Hoewel het hier duidelijk om een goedaardige aandoening gaat, kan het heel gênant zijn. Een hoed, pet en overvloedig zweten kunnen het verschijnen ervan in de hand werken. Roosshampoos zijn een doeltreffend middel, maar niet altijd geschikt voor iedereen. Deze producten moeten ook met enige omzichtigheid worden gebruikt: om de twee dagen en grondig spoelen. De meeste bevatten antischimmelmiddelen, zoals seleniumsulfide of zinkzouten. Als de roos meerdere weken aanhoudt, is het verstandig om een dermatoloog te raadplegen.
Wanneer er geen verbetering optreedt, kan de diagnose trouwens minder goedaardig uitdraaien, bijvoorbeeld eczeem van de hoofdhuid. Deze aandoening wordt vaak veroorzaakt door een andere schimmel: Malassezia. Het kan ook om ringworm gaan, een lokale infectie met S. aureus of zelfs psoriasis.
Meer haaruitval: Ik verlies mijn haar, is dat normaal?
Haar groeit uit een haarzakje dat zich ontwikkelt vanaf de 8e week van de zwangerschap. Bij de foetus verschijnen de haren meestal pas in de 28e week. Het zichtbare deel van het haar is de schacht en is dood. Onder de huid zit de follikel, die bestaat uit de haarpapil en de epitheliale lagen. Dit is het levende deel van het haar. De schacht bestaat uit keratine, een eiwit met als belangrijkste aminozuur cysteïne. Het leven van een haar is een cyclus. Eerst is er een groeifase (3 tot 5 jaar), dan een involutiefase (3 weken) en tot slot een rustfase die leidt tot uitval (twee maanden). De dood van een haar is geprogrammeerd en dus is het antwoord op de eerste vraag ‘ja’. We verliezen gemiddeld 100 haren per dag.
Hormonale veranderingen, stress, vervuiling van buitenaf, giftige stoffen (zoals tabak) zijn allemaal factoren die haarverlies in de hand kunnen werken. Voeding kan eveneens een grote rol spelen. De haarzakjes moeten alle nodige voedingsstoffen krijgen om de gezondheid van het haar te kunnen bevorderen of zelfs verbeteren. Opgepast voor voedingstekorten! Uiteraard is de leeftijd een belangrijke vijand, die onmogelijk te overwinnen valt. We kunnen dit echter deels proberen te compenseren met voedingssupplementen. Mensen met klachten kunnen supplementen nemen met vitamine B, zink, ijzer en zwavelhoudende aminozuren, waaronder cysteïne en methionine. Ze helpen de tekorten op te vangen en oxidatieve stress, een echt gif voor onze cellen, effectiever te bestrijden. Als het probleem langer dan 3 maanden aanhoudt of verergert, is het verstandig om een arts te raadplegen en aandoeningen die bijdragen tot haaruitval uit te sluiten.
Haaruitval en verlies van haardikte: wat is het verschil?
In tegenstelling tot haarverlies, kan verlies van haardikte zich over een langere periode voordoen. De oorzaken zijn echter vergelijkbaar. De afname van het aantal haarzakjes vermindert de facto de hoeveelheid haar per cm² op de hoofdhuid. Helaas houdt het hier niet op. Dit gaat immers vaak gepaard met een vermindering van de dikte en sterkte van de haarzakjes, die nu nog gevoeliger zijn voor externe factoren dan voorheen. Daarom is elke methode om verzwakking van de haarzakjes te voorkomen aangeraden. Nogmaals, zichtbaar haar bestaat uit keratine en niet uit levende cellen. We moeten dus van binnenuit werken, door voedingsstoffen en essentiële aminozuren aan te brengen. Alleen zo kunnen we ons haar in goede gezondheid houden.
De klacht van Athalia: kleurverandering, op elke leeftijd?
Grijze haren zijn een teken van volwassenheid, van ouderdom ook. Maar wanneer gebeurt het?
Het antwoord lijkt eenvoudig: dat verschilt van mens tot mens. Er zijn echter grenzen aan de leeftijd om grijs te worden. Vooral het vinden van grijze haren vormt een probleem. In licht haar blijven ze vaak lang onopgemerkt, terwijl ze in donker haar onmiddellijk opvallen. Donker haar is rijk aan melanine en het is dit bruinzwart gekleurde pigment dat zowel de huid als het haar kleurt. Met de leeftijd sterven melanocyten af of worden ze minder actief, waardoor het haar verkleurt.
De bekendste gevallen van depigmentatie zijn mensen met albinisme, een genetische aandoening die bij alle menselijke rassen kan voorkomen, maar ook bij alle dieren. Men heeft het zelfs over plantenalbinisme, waarmee dan wordt verwezen naar de chlorofyldeficiëntie van sommige soorten. Die is soms namelijk erg gewild bij tuinders.
Een tekort aan koper of vitamine B12 kan ook een invloed hebben op de haarkleur. Recente studies over langetermijnstress toonden bij muizen een verlies van haarkleur aan.
Er bestaat geen miraculeuze genezing, maar er zijn wel cosmetische oplossingen. Het rebelse haar uittrekken is ook een oplossing. In tegenstelling tot wat men zegt, groeit het immers niet dubbel terug. Maar het is wel nutteloos en pijnlijk!
Grijs haar op 30 of 40 jaar beschouwen we als normaal. Vóór deze leeftijd kan een bezoek aan de dermatoloog nuttig zijn. n